De Keiler

De Keiler is de naam voor een volwassen ‘wild zwijn’ of ‘everzwijn’. Het is de wilde voorouder van het varken. Het dier heeft een donkere, borstelachtige vacht, die ’s winters langer is. Het mannetje heeft twee slagtanden; dat zijn de hoektanden van de onderkaak die naar boven gericht staan. Een keiler kan tot 1,5 meter lang worden, 70 tot 100 centimeter hoog en 100 tot 150 kilo zwaar. De vrouwtjes blijven iets kleiner dan de mannetjes.

Wilde zwijnen zijn met name in de schemering en ’s nachts actief. Het zijn alleseters en ze eten plantaardig voedsel zoals eikels, zaden en knollen. Maar ze doen zich ook te goed aan wormen, larven, insecten en kleine knaagdieren. Ze wroeten met hun snuit in de bosbodem op zoek naar voedsel. De omgespitte grond is dikwijls goed zichtbaar, soms tot zeer dicht langs de openbare wegen. Overdag trekken ze zich terug in beschutte bosgebieden.

 

Wilde zwijnen leven in kleine groepen, ‘rotten’ genaamd, bestaande uit vrouwtjes met hun jongen en één- en tweejarige zwijnen. Keilers leven echter meestal solitair. De paartijd duurt van september tot maart en de meeste biggen worden vervolgens rond maart geboren. Zwijnen worden in het wild 8 tot 10 jaar oud, in gevangenschap 15 tot 20 jaar.

(Bron: Wikipedia)

De Nunspeetse Keiler

De Keiler is natuurlijk in het Veluwse Nunspeet geen onbekende. Op het Stationsplein voor Zorgplein De Enk, waar onze praktijk gevestigd is, staat sinds 1998 een beeld van ‘De Nunspeetse Keiler’ van kunstenaar J.H. Weggelaar. Ook het grootste sportevenement van de Veluwe en een restaurant in het centrum van Nunspeet dragen de naam van het mannetjes zwijn.